Huisregels en Baanreglement


Statuten van ASV Eibergen: 

Statuten ASV Eibergen: 2021-06

Het bestuur en stichting zijn verantwoordelijk voor:

  • Dat de accommodatie en materialen veilig en beschikbaar zijn;
  • Dat de regels voor veilig gebruik bekend zijn en dat trainers goed opgeleid en ervaren zijn;
  • Dat de verantwoordelijkheden van trainers bekend zijn;
  • Dat de instructie voor veiligheid van atleten en bezoekers bekend zijn;
  • Dat het calamiteitenplan en verzamelpunten bekend en up-to-date zijn;
  • Dat trainers in bezit zijn van geldig EHBO-diploma en defibrillator beschikbaar en functioneel is;
  • Dat begeleiders/trainers handelen naar de “Gedragsregels voor begeleiders in de sport” NOC/NSF;
  • Bij incidenten kan de Vertrouwens(Contact)Persoon VCP worden ingeschakeld: vcp@asveibergen.nl.

De trainer is verantwoordelijk voor:

  • De organisatie van de training en de veiligheid binnen de groep;
  • Het naleven van de fysieke- en sociale veiligheidsregels door atleten tijdens training;
  • Voor het juiste gebruik van de accommodatie en materialen en ziet toe op het correct achterlaten van de accommodatie en het opruimen van de gebruikte materialen;
  • Is bevoegd- en heeft de kennis een training af te gelasten bij bijzondere (weers-) omstandigheden;
  • Heeft de bevoegdheid om een atleet uit de groep te verwijderen als het welbevinden/veiligheid van de groep dit vereist.

De atleten zijn verantwoordelijk voor:

  • Het volgen van de aanwijzingen van de trainer;
  • Dat ze alleen aan de trainingen en wedstrijden deelnemen als zij sportmedisch fit zijn (of volgens sportmedisch advies kunnen deelnemen);
  • Het naleven van de sociale Gedragscode:
    • DE SPORTER IS OPEN:
      Wanneer je iets wordt gevraagd, iets te doen wat tegen je eigen gevoel, je normen en waarden ingaat, meld dit, bijvoorbeeld bij het bestuur. Voor vragen en meldingen kun je ook terecht bij het vertrouwenspunt sport. Ook wanneer je wordt benaderd om vals te spelen, meld dit.
    • TOONT RESPECT:
      Voor de tegenstander(s), je teamgenoten, de scheidsrechter, je trainers, de toeschouwers en ieder ander. Let op je taalgebruik en hoe je je aan anderen presenteert. Geef iedereen het gevoel dat hij of zij zich vrij kan bewegen.
    • RESPECTEERT AFSPRAKEN:
      Kom op tijd, meld je (tijdig) af, luister naar instructies en houd je aan de regels.
    • GAAT NETJES OM MET DE OMGEVING:
      Maak niets stuk, respecteer ieders eigendommen, laat de kleedkamer netjes achter. Ruim de materialen op. Gooi afval in de afvalbakken.
    • BLIJFT VAN ANDEREN AF:
      Raak buiten de normale sportbeoefening, niemand tegen zijn of haar wil aan.
    • HOUDT ZICH AAN DE REGELS:
      Lees de reglementen, de huisregels, deze gedragscode en alle andere afspraken, en houd je daar ook aan.
    • TAST NIEMAND IN ZIJN WAARDE AAN:
      Pest niet. Onthoud je van discriminerende, kleinerende of intimiderende opmerkingen en gedragingen. Sluit niemand buiten en wees tolerant.
    • DISCRIMINEERT NIET:
      Maak geen onderscheid naar godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, seksuele gerichtheid, culturele achtergrond, leeftijd of andere kenmerken.
    • IS EERLIJK en SPORTIEF:
      Speel niet vals, gebruik geen verbaal of fysiek geweld, gebruik geen doping. Doe niet mee aan het fixen van een wedstrijd, competitie of record. Fix ook geen sportmoment, zoals de eerste uitgooi.
    • MELDT OVERTREDINGEN VAN DEZE GEDRAGSCODE:
      Meld overtredingen van deze code bij het bestuur en/of de vertrouwenscontactpersoon van de sportvereniging. Voor vragen en meldingen kun je ook terecht bij het vertrouwenspunt sport.
      NB: Zijn bepaalde feiten vertrouwelijk met je gedeeld schendt dan dit vertrouwen niet. Wanneer echter de belangen van een lid ernstig in het geding zijn, raadpleeg dan een derde, bel bijvoorbeeld met het vertrouwenspunt sport.
    • DRINKT NA AFLOOP VAN HET SPORTEN ALCOHOL MET MATE EN DRINK NIET WANNEER JE BESTUURDER BENT.
    • Zie de gedragscode voor sporters van het NOC*NSF.

Algemeen

  • Atleten en trainers gedragen zich zo dat zij de veiligheid van zichzelf en anderen niet in gevaar brengen;
  • Als er meerdere trainingen tegelijkertijd plaats vinden op de baan, het midden- en oefenveld, dan zijn de trainers verplicht met elkaar te overleggen over het gebruik van de locatie.
  • Dit overleg vindt plaats voor aanvang van de training. De groep, die een tempotraining op afstand doet (bv. 400 meter lopen), heeft het meeste recht op gebruik van de binnenste lanen;
  • Oefeningen (touwtjespringen, balspelen) zoveel mogelijk buiten de rondbaan, op het gras of op de hoogspring- en speeraanloopsegmenten;
  • Loopscholing zoveel mogelijk buiten de loopgedeelten, op de buitenste 2 banen of op de aanloop stukken/kunstgras doen;
  • Bij het oversteken goed kijken of er lopers aankomen of dat er werptraining(en) bezig zijn;
  • Als er op het grasveld getraind wordt voor de technische werp-onderdelen, dan mag er níét op het grasveld overgestoken worden;
  • Materiaal meteen na de oefening opruimen en na de training ordelijk opbergen;
  • Gebruik van kauwgum op de baan is verboden;
  • Roken uitsluitend buiten het ASV-terrein en gebruik van alcohol conform de horecavergunning;
  • Beperkt aantal horden gebruiken en nooit van de verkeerde richting gelopen; ze vallen dan niet om bij eventueel raken. Baan 1 & 2 worden voor hordentraining niet gebruikt;
  • De banen 1 + 2 zijn beschikbaar voor het loopgedeelte (kern van het programma) van de trainingen;
  • Terugwandelen of dribbelen altijd aan de buitenkant van de baan en áchter elkaar;
  • Snellere atleten kunnen inhalen in baan 2. De herstelpauzes (wandel of dribbel) in baan 3 + 4.

Werpnummers

  • Vinden uitsluitend plaats onder leiding van een erkend trainer;
  • Er mag uitsluitend geworpen of gestoten worden in een VOLLEDIG VRIJ VELD;
  • Bij discuswerpen en speerwerpen is het van groot belang dat er zich niemand bevindt in de werpsector én een ruim gebied daarnaast/achter. Een discus of speer kan buiten de sector terechtkomen en doorglijden;
  • Voor alle werpnummers geldt dat het materiaal nooit (terug)geworpen of gerold mag worden in de richting van personen. Materiaal voorzichtig ophalen (wandelen!) en oppakken (speren!). Terugwandelen naar de werpplaats (Speren rechtop dragen, punt naar beneden);
  • Na de training het net van de discuskooi laten zakken en het touw vastmaken aan de staanders. Net laten rusten op het kunstgras en voorzien van zandzakken.

Ver- en Hinkstapspringen

  • Zorg voor een egaal zandoppervlak en houdt de aanloop schoon, wees voorzichtig met harken en scheppen zodat niemand erover struikelt. Plaats na gebruik de schep en bezem terug in de klem;
  • Atleten verlaten de bak na de sprong aan de zijkant;
  • Na gebruik het zand terug in de bak, zandvang leegscheppen en het afdekzeil terugplaatsen.

Hoogspringen en polshoog

  • De ruimte rondom de hoogspring mat moet vrij zijn. De verrijdbare kap voldoende naar achteren rijden om de veiligheid te waarborgen;
  • De standaards moeten stevig staan, maar mogen niet tegen de mat steunen;
  • Het dekzeil van de mat verwijderen om perforaties met spikes te vermijden;
  • Atleten dienen na hun sprong de mat aan de zijkant te verlaten en daarna met een ruime boog naar het beginpunt van hun aanloop terug te lopen, tenzij de trainer anders aangeeft;
  • Na gebruik, het afdekzeil terug vastmaken, de 2 standaards en de oefenlat voorzichtig op het dekzeil leggen en de verrijdbare kap terugplaatsen en afsluiten.

Opruimen van materialen

  • Materialen dienen na gebruik te worden opgeruimd op de daarvoor aangewezen plaatsen. De trainer is hiervoor verantwoordelijk en controleert dit als hij/zij hiervoor de atleten vraagt te helpen. De laatste trainer van de avond neemt alle overgebleven materialen en kleding mee naar binnen en spreekt hier eventueel (later) de verantwoordelijke trainer op aan.

Kleedkamers

  • Worden netjes gehouden, alle afval in de vuilbakken en kleedruimte en doucheruimte na gebruik schoonspuiten en of vegen;
  • Bij verlaten van de kleedkamer, verlichting uitdoen bij het als laatste verlaten van de ruimte;
  • Laat geen waardevolle voorwerpen achter in de kleedkamers. Berg dit op in de 2 beschikbare kluisjes; de trainers hebben de code.

Gebruik verlichting atletiekaccommodatie

  • Het is pas toegestaan het licht op de baan te ontsteken op het moment dat de training écht begint of als het donker wordt. Na de training moeten de lichten zo snel mogelijk weer uit;
  • Gebruiksaanwijzing hangt bij de schakelkast.

Afsluiten accommodatie

  • Op de clubtraining dagen wordt de accommodatie afgesloten door de trainer die als laatste vertrekt. Hij of zij is er dan verantwoordelijk voor dat alle lichten uit zijn, alle ramen en deuren dicht zijn en dat de accommodatie afgesloten wordt;
  • De looppoort dient niet afgesloten te worden i.v.m. de toegankelijkheid van de AED, en voor individueel gebruik buiten de trainingstijden.

Gebruik fitness binnen

  • Gebruik van de ruimte op eigen risico of onder begeleiding;
  • Na gebruik de ruimte weer opgeruimd en schoon achterlaten;
  • De toestellen alleen gebruiken volgens de gebruiksaanwijzing op de toestellen aanwezig;
  • Hij of zij is er dan verantwoordelijk voor dat alle lichten gedoofd en alle ramen en deuren dicht zijn.

Gebruik buiten fitness

  • Gebruik van de ruimte op eigen risico of onder begeleiding;
  • De toestellen alleen gebruiken volgens de gebruiksaanwijzing op de toestellen aanwezig;
  • Na gebruik de outdoor fitness weer opgeruimd en schoon achterlaten.

Gebruik kantine

  • Na gebruik de kantine weer opgeruimd en schoon achterlaten, zie ook reglement in de keuken;
  • Na gebruik de koelkast weer aanvullen zodat er voor de volgende voldoende aanwezig is;
  • Alle gebruikte keukenapparatuur schoon achterlaten en uitzetten;
  • De gebruikte consumpties afrekenen, geld in het geldkistje doen en opbergen in de berging achter de keuken;
  • De kantine wordt afgesloten door de sleuteldrager die als laatste vertrekt. Hij of zij is er dan verantwoordelijk voor dat alle lichten uit zijn, alle ramen en deuren dicht zijn en dat de accommodatie afgesloten wordt.